Formatie & Strategische Personeelsplanning

De bezuinigingstaakstelling van € 1,5 miljoen op apparaatskosten wordt in 2018 gerealiseerd. Daarmee is een aanzienlijke efficiëncyslag gemaakt. Dit betekent echter druk op het personeel en op de personeelskosten. Dit managen we door middel van Strategische Personeelsplanning (SPP). Op basis hiervan hebben we de huidige personeelsformatie en de formatie die vanaf 2019 nodig is in kaart gebracht.
Uit deze analyse blijkt dat we de komende jaren uitkomen met het huidige personeelsbudget.
In 2019 is sprake van een lichte daling in de verwachte vaste personeelsformatie. We verwachten een toename van behoefte aan flexibel personeel. Ook voorzien we dat in de vaste formatie soms hogere inschaling van functies nodig zal zijn.
De complexiteit van de dienstverlening en nieuwe werkwijzen in samenhang met een verhoging van de kwaliteit vraagt nog beter gekwalificeerd personeel. We zitten dan ook in diverse transitiefasen bij de verschillende organisatieonderdelen. Dit vraagt om investering van tijd en geld in training, opleiding, coaching en doorontwikkeling van onze medewerkers.
Waar niet voldoende kwaliteit in eigen huis aanwezig en/of ontwikkelbaar is, halen we dit met externe inhuur van deskundigen. Het relatief hoge ziekteverzuim evenals de toename van moeilijk vervulbare vacatures door een meer gespannen arbeidsmarkt vraagt ook meer tijdelijke inhuur en daarmee ook duurder personeel.
Genoemde ontwikkelingen brengen de nodige financiële risico’s met zich mee. Hiervoor hebben we een aantal scenario’s in beeld gebracht en doorgerekend. Daaruit blijkt dat in een “worst case” scenario in 2018 een incidenteel tekort van maximaal 0,8 mln. op het personeelsbudget kan ontstaan.

In-, door- en uitstroom
In 2018 verlaat naar verwachting 6% van de medewerkers de organisatie: een deel op eigen initiatief, een deel door pensioen en anderen omdat zij in het kader van hun loopbaanperspectief en op basis van de SPP worden gestimuleerd om tijdelijk of definitief elders te gaan werken. Deze uitstroom wordt niet automatisch vervangen, maar steeds op basis van nut en noodzaak beoordeeld. Wanneer we voor vervanging kiezen, kan dit tijdelijk of vast op basis van een profiel dat aan de moderne eisen voldoet. Als er aanleiding is om vacatureruimte flexibel in te vullen door externe inhuur, dan kiezen we daarvoor. Bij (tijdelijke)vervanging of werving kijken we altijd eerst of eigen medewerkers de de taken kunnen doen. Dit draagt bij aan de afwisseling, persoonlijke groei, doorstroming (6%) en tevredenheid, dus aan het welzijn van de medewerkers. Daarnaast sturen we - in het kader van vergroening - bij instroom (6%) op jonge mensen, onder meer door een eigen traineeprogramma.