Begroten op geluk

De methodiek van begroten op geluk is iets nieuws. Het is iets waar we samen nog vorm aan moeten geven. Dat wil niet zeggen dat nu allemaal nieuwe dingen gaan doen. Onze meerjarenvisie 2014-2018 kende als hoofdthema: “meer mensen aan het werk in een duurzame, zelfredzame samenleving”. Dat is in de kern nog steeds waar we ons op richten. De nieuwe wijze van begroten is slechts een middel om hierin effectiever te zijn.

Het onderzoek dat de Erasmus Universiteit Rotterdam gehouden heeft onder onze inwoners, laat zien dat zinvol werk (vrijwillig of betaald), deelname aan het maatschappelijk leven en een goed sociaal vangnet, een heel positieve invloed hebben op de geluksbeleving van onze inwoners. Met onze nieuwe wijze van begroten willen wij bewuster sturen op geluk. Dat betekent meer stilstaan bij de keuzes die wij maken, met name bij het effect dat die keuze heeft op de gelukskansen van onze inwoners.

In de nota van uitgangspunten hebben we hier een eerste aanzet toe gegeven. In deze begroting gaan we hier op door. Niet door de hele opzet te wijzigen, wel door bij de activiteiten voor het begrotingsjaar de link te leggen met sturen op geluk. Die activiteiten staan in de begroting onder het kopje “wij doen dit door” en “planning” bij ieder resultaat.

De factoren waarmee de gemeente invloed op het geluk van inwoners kan hebben, staan in onderstaande tabel.

Toename zinvol werk

Verbeteren (betekenisvol) contact met anderen/verminderen eenzaamheid

Faciliteren deelname maatschappelijk leven

Versterken verbondenheid in de buurt

Verbeteren sociaal vangnet

Verhogen vertrouwen in de gemeente

Versterken trots op woonplaats

Verbeteren tevredenheid met relaties

Aanleggen/faciliteren/verbeteren sportvoorzieningen

Verhogen kwaliteit openbare ruimte

Faciliteren buurtgericht samenwerken

Verbeteren relatie inwoner-gemeente

Het nieuwe beleid, dat uit de Nota van Uitgangspunten voortkomt, hebben we in deze begroting opgenomen. Dit vindt u terug onder de diverse resultaten als activiteit en onderdeel van de planning. Hierbij wordt ook de relatie met geluk gelegd, zo mogelijk met indicatoren.

In de begroting staan al veel indicatoren. In 2018 zullen we bij de jaarlijkse meting van “waar staat je gemeente” een aantal geluksindicatoren toevoegen.

Ontwikkelingen na de Nota van Uitgangspunten

Met de Nota van Uitgangspunten hebben wij een vooruitblik op deze begroting gepresenteerd. Tegelijkertijd is ook de eerste tussenrapportage behandeld. Sindsdien zijn er een aantal ontwikkelingen geweest met financiële gevolgen. De prognose voor de tweede tussenrapportage laat een batig saldo zien van € 1,4 miljoen. Voor een deel van dit saldo stellen we voor een reservering te doen voor uitgaven die terug komen in deze begroting.

Voor de overige jaren blijft het beeld in lijn met de Nota van Uitgangspunten en resteert er een tekort in 2021, waarvoor wij een taakstelling inboeken. Deze kan ingevuld worden door de economische groei in de komende jaren (stijging algemene uitkering), bezuinigingen of als er geen andere mogelijkheid is, lastenverzwaring.

Optisch ziet dit er als volgt uit:

Na de Nota van Uitgangspunten hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan:

(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Stand na nota van uitgangspunten

0

237

310

730

Economisch domein

diverse aanpassingen

-33

-33

-113

-233

revitalisering recreatieterreinen

70

70

70

onttrekking reserve gevormd in 2017

-70

-70

-70

Toezicht en handhaving recreatieparken

100

100

100

100

onttrekking reserve gevormd in 2017

-100

-100

-100

-100

deelname GR archeologie

35

35

35

35

Meerkosten RUD

80

80

80

80

Monumentenbeleid

40

40

40

40

Sociaal domein

diverse aanpassingen

13

13

13

-2

Domein burger en bestuur

mei-circulaire

-1.026

-1.019

-807

-770

effecten september circulaire o.a. accres

-98

20

140

231

effect sociaal domein sept.circulaire

144

130

145

181

verlaging budgetten sociaal domein

-78

-64

-145

-181

cao-gemeenten

252

277

277

277

diverse aanpassingen

-105

-262

-80

317

vergroten telefonische bereikbaarheid

105

105

105

105

taakstelling nog in te vullen

-810

Saldo meerjarenbegroting

-671

V

-441

V

0

0

Het tekort in 2021 bedraagt ongeveer 0,7% van het begrotingstotaal en ongeveer 2% van de algemene uitkering. In dit licht gezien is het geen onoverkomelijk bedrag. Wat zorgelijk is, is de neerwaartse lijn, die duidelijk laat zien, dat zonder extra inkomsten of besparingen, er geen ruimte is voor nieuw beleid.

Control

We streven naar een hoger volwassenheidsniveau van control voor de gehele organisatie. De resultaten van de organisatie zijn over het algemeen goed, maar het kan altijd beter. In 2018 zoeken we het met name in het verbeteren van de processen en de controlling van de projecten. Het centrale thema daarbij is: van ‘goed gegaan’ naar ‘goed gedaan’

Het zwaard van Damocles

Damocles kon in weelde leven, maar wel met een zwaard hangend aan één paardenhaar boven zijn hoofd. Hij koos toen maar voor minder weelde, want echt genieten met die dreiging lukte niet.

De economie trekt aan, de algemene uitkering stijgt, we hebben steeds positieve rekeningsaldi, kortom: het kan niet op. Tenminste, zo lijkt het, maar er hangt ons wel degelijk iets boven het hoofd…

Openbaar gebied
In mei 2016 heeft de raad het integraal beleidsplan openbaar gebied vastgesteld. Hierbij is vastgesteld dat jaarlijks voor het openbaar gebied € 11 miljoen nodig is voor onderhoud en vervanging. Het beschikbare budget bleek structureel € 2,6 miljoen te laag te zijn. Besloten is om vanaf 2017 gefaseerd met € 300.000 per jaar naar het werkelijk benodigde budget toe te groeien.

Bij de start van de coalitie is gekozen om na de fusie en de noodzakelijke harmonisaties, de volle aandacht aan het sociale domein te geven. Hierdoor zijn de financiële mogelijkheden om het openbaar gebied te beheren niet gegroeid. Integendeel, door de taakstelling uit de meerjarenvisie zijn ze zelfs verlaagd.

Daarnaast is er voor gekozen om vanuit het motto "zuiver begroten", niet meer te lenen voor investeringen in het openbaar gebied om geen lasten naar de toekomst te schuiven. Tegelijkertijd betekende deze keuze, het aflossen van eerdere investeringen in het maatschappelijk nut.

Het effect van de gefaseerde groei naar het noodzakelijke budget, is in het overzicht hiernaast goed zichtbaar. We vangen dit tekort zo goed mogelijk op met de beschikbare middelen en zorgen er voor, met behulp van inspecties, dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan. Om af en toe in dit kader extra onderhoud te kunnen plegen, hebben we een reserve.

Om deze reserve te voeden is bij het vaststellen van het integraal beleidsplan afgesproken, dat incidentele meevallers worden gereserveerd voor eventuele calamiteiten binnen de openbare ruimte. Voor structurele meevallers geldt, conform hetzelfde raadsbesluit, dat deze worden ingezet op de groei naar het benodigde budget te versnellen.

Het inzicht in de benodigde budgetten voor het openbaar gebied wordt in 2018 gegeven. In het voorjaar wordt duidelijk wat de precieze omvang van ons areaal is. Vervolgens worden in het eerste half jaar de inspecties uitgevoerd welke een belangrijke input zijn voor de beheersplannen die uiteindelijk in september/oktober gereed zullen zijn.

Precario op kabels en leidingen
Het Rijk heeft besloten om gemeenten de bevoegdheid tot het heffen van precario op kabels en leidingen vanaf 2022 te ontnemen. Onze jaarlijkse opbrengst voor dit onderdeel is € 2,1 miljoen. Hier lopen we nog een (klein) risico, omdat de beroepsprocedure tegen de belastingaanslagen nog niet is afgerond.

In de meerjarenbegroting bouwen we de opbrengst aan precario af met € 1,3 miljoen. Dat betekent dat er in 2022 een tekort is van € 800.000. Dit moet met een andere heffing worden goedgemaakt. Wanneer ons belastinggebied niet wordt verruimd, en daar lijkt het wel op, impliceert dit een stijging van de ozb van ongeveer 10%. Dit zou voor de burger budgettair neutraal kunnen zijn, als Liander, omdat ze geen precario aan gemeentes hoeft af te dragen, haar vastrecht verlaagt. Met andere woorden; als Liander haar vastrecht verlaagt en de gemeente de ozb verhoogt, is de burger even duur uit. Het verlagen van het vastrecht is echter een eigen keuze van Liander. Daar heeft de gemeente geen invloed op.

Bij de behandeling van de nota van uitgangspunten klonken signalen uit uw raad om bij meevallers de ozb te verlagen, om zo een deel van de 9% voor het accommodatiebeleid terug te draaien. Dit lijkt ons niet verstandig. Het tarief voor de ozb krijgt dan veel weg van een jojo. Eerst 9% erbij, dan een paar procent eraf en vervolgens weer 10% erbij. Dit zal het vertrouwen van onze inwoners in de gemeente negatief beinvloeden en daarmee een negatieve uitwerking hebben op de geluksbeleving. Ons dringende advies is om eventuele ruimte voor lastenverlaging in te zetten om de noodzakelijke stijging in 2022 te beperken.

Algemene uitkering
De mei-circulaire van het gemeentefonds liet een stijging van het accres zien, waarmee wij de meerjarenbegroting sluitend hebben gekregen. Dit houdt een risico in, omdat het Rijk nu uitgaat van een forse stijging van haar eigen uitgaven waar de gemeente via het trap-op-trap-af systeem van meeprofiteert. Wanneer de Rijksuitgaven lager uitvallen, wordt het accres naar beneden bijgesteld (onderuitputting). Voor 2017 is dit een reëel risico, omdat we een demissionair kabinet hebben. Voor 2018 is dit risico ook aanwezig, omdat allerlei ambities die in de Rijksbegroting komen te staan, vast niet allemaal direct uitgevoerd worden. De september-circulaire geeft hierin geen duidelijkheid omdat het nieuwe regeerakkoord hier niet in verwerkt is.

Voor de mogelijke onderuitputting is in de raming van de algemene uitkering een stelpost opgenomen van € 129.000 in 2018, oplopend tot € 307.000 in 2021.