In de volgende tabel toetsen we de omvang van de kasgeldlimiet aan de wettelijke norm uit de Wet Fido. De gegevens voor de begroting baseren we op de wettelijke gemiddelde omvang van de vlottende schuld en vlottende middelen aan het begin van het boekjaar. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van de jaarbegroting en geldt voor het hele jaar. De kortlopende schuld mag niet verder oplopen dan 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming. Dit houdt in dat de kasgeldlimiet voor het begrotingsjaar 2018 8,5% van € 112 miljoen, dus € 9.5 miljoen bedraagt. De gemeente mag dus korte termijnfinanciering aantrekken tot dit bedrag.

Bedragen x euro 1.000,-

1) Toegestane kasgeldlimiet

begrotingstotaal

104.105

113.000

112.000

110.000

111.000

110.000

kasgeldlimiet in procenten

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

kasgeldlimiet in bedrag

8.849

9.605

9.520

9.350

9.435

9.350

2) Omvang vlottende schuld

schuld in rekening courant

overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

5.000

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Overige uitstaande schulden < 1 jaar

5.883

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

3) Omvang vlottende middelen

contante gelden in kas

1

1

1

1

1

tegoeden in rekening-courant

97

overige uitstaande gelden < 1 jaar

14.033

6.454

14.000

14.000

14.000

14.000

Totaal vlottende middelen

14.131

6.454

14.101

14.101

14.101

14.101

4) Toets kasgeldlimiet

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

-3.248

-2.454

-10.101

-10.101

-10.101

-10.101

Toegestane kasgeldlimiet (1)

8.849

9.605

9.520

9.350

9.435

9.350