Financiering via kortlopende geldleningen is nog steeds veel goedkoper dan via langlopende geldleningen. Daarom trekken we pas een langlopende geldlening aan als de kasgeldlimiet over langere periode overschreden dreigt te worden. Om een te risicovolle financieringspositie te voorkomen, zijn wettelijk normen vastgelegd, uitgedrukt in de kasgeldlimiet en de risiconorm.
De toekomstige ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt zijn over het algemeen moeilijk in te schatten. Voor de korte rente wordt dit bepaald door het aanblijvende programma dat de Europese Centrale Bank hanteert. Dit programma is bedoeld als middel om economisch herstel te stimuleren. De maatregelen lijken te werken. Dankzij deze maatregelen wordt de geldmarktrente laag gehouden. Deze rente is van invloed op de korte rente.
Voor de lange rente wordt gekeken naar de kapitaalmarktrente. De afgelopen tijd zijn beide rentes iets gestegen. Dit komt omdat het steeds beter gaat met de economie. Toch is zowel de lange als de korte rente renteverwachting dat de standen laag blijven. De maatregelen blijven namelijk de komende tijd van kracht.
De prognose in september 2017 voor een langlopende (25 jarige staatslening) is 1,46% terwijl de prognose voor kort geld (3 maanden) is -0,32% (negatieve rente). De verwachting is dat de korte rente laag zal blijven.